Geschiedenis Wallen

buurtgeschiedenis

Het gebied 
Vóór 1385 werd Amsterdam in het westen afgeschermd met een gracht, wat nu de Nieuwezijds Voorburgwal wordt genoemd, met daarbuiten een aarden wal en in het oosten eveneens met een gracht die naderhand de Oudezijds Voorburgwal is gaan heten. Omstreeks 1385 werden daarbuiten nieuwe grachten met wallen aangelegd: de Nieuwezijds Achterburgwal (nu Spuistraat) in het westen en de Oudezijds Achterburgwal in het oosten. Zo is het gebied ontstaan dat we nu kennen als ‘de Wallen’.

De Wallen liggen in het oudste deel van Amsterdam. De Oude Kerk, het oudste nog bestaande gebouw van de stad, en de Warmoesstraat dateren van de 13e eeuw.

Tot 1578 werd het gebied Oudezijde gekenmerkt door de vele kloosters die er zich bevonden. Na de Alteratie kregen de kloosters van het nieuwe, overwegend calvinistische stadsbestuur andere bestemmingen zoals weeshuis of tuchthuis.

Prostitutie
Al in een vroeg stadium, in de 15e eeuw of eerder, vond in het iets ruimer genomen gebied ‘Oudezijde’ prostitutie plaats, waarschijnlijk nog niet exact in de straten waar zich vandaag de dag de raambordelen bevinden. Sindsdien is de prostitutie er altijd geweest. Vanaf de 15e eeuw of eerder zijn bordelen en andere prostitutiegelegenheden in ieder geval te vinden in het gebied ‘Oudezijde’ in de oude binnenstad van Amsterdam, maar ook in andere stadsdelen. Sinds 1578 wordt in Amsterdam regelmatige hoererij of facilitering daarvan strafbaar gesteld, verboden of verjaagd.

De twintigste eeuw
Eind 19e eeuw, en in 1920 nog steeds, waren de Zeedijk en het aangrenzende wallengebied ernstig verkrot, maar ook toen werd er prostitutie bedreven, deels tippelprostitutie. Rond 1930 vond in de buurt al raamprostitutie plaats. Prostituees mochten van de politie niet in de deuropening klanten lokken, maar wel achter het raam zitten met de gordijnen op een kier. Vanaf de jaren ’60 nam in het wallengebied de prostitutie sterk toe.

In de jaren vlak na de oorlog ontstonden op de Zeedijk populaire uitgaansgelegenheden waar op live-muziek werd gedanst in cafés als Casablanca en San Francisco. Eind jaren zestig werden de Wallen, mede door toedoen van Maurits  de Vries alias ‘Zwarte Joop’, die er de eerste sekstheaters vestigde, een wereldberoemd uitgaansgebied.

In de jaren zeventig verloederde de Zeedijk als gevolg van drugsverslaafden die zich er massaal ophielden, maar beleefde de Wallen hoogtijdagen met het centraal gelegen live-show theater Casa Rosso als middelpunt. Andere bekende wallenondernemers uit die tijd waren Maarten Lamers, de uitbater van het Boudoir (de latere Bananenbar), en Frits van de Wereld, eigenaar van gokhuis Mata Hari aan de Oudezijds Achterburgwal. Halverwege de jaren zeventig streek ook Henk de Vries neer op de Wallen. Een sekshop van zijn vader op de Oudezijds Voorburgwal transformeerde hij tot coffeeshop ‘The Bulldog’ wat uiteindelijk zou uitgroeien tot de bekendste coffeeshop ter wereld.

Met een brand in Casa Rosso en de naastgelegen luxe goktempel ‘Club 26’ kwam er op 16 december 1983 voorlopig een einde aan de economische voorspoed in het wallengebied, want ook vele andere wallenbedrijven profiteerden van het succes van Casa Rosso. De brand werd veroorzaakt door een ontslagen medewerker die het niet kon verkroppen dat hem de toegang tot Club 26 was ontzegd en er de bewuste avond met een jerrycan vol benzine naar binnenliep en deze aanstak. Bij de brand kwamen 13 mensen om het leven. De dader werd snel opgepakt en zat hiervoor een straf uit van 12 jaar.

Om te voorkomen dat de Wallen beheerst zouden worden door dealers en verslaafden zoals de Zeedijk, sloegen toenmalig burgemeester Ed van Thijn en Joop de Vries de handen ineen om Casa Rosso snel uit de as te laten herrijzen op een andere locatie op de Oudezijds Achterburgwal, even verderop. Waar zich de ingang bevond van het afgebrande seks- en gokpaleis kwam op uitdrukkelijk verzoek van De Vries een gedenkteken te staan. De tekst erop luidt: ‘De ochtend is gekomen maar het is nog nacht – Jesaja 21:12′.  De Vries overleed in 1986 als gevolg van een hersenbloeding.

In een onderzoek naar de toepassing van ontoelaatbare opsporingsmethoden door de politie, beter bekend als ‘het Van Traa-rapport’, concluderen enkele criminologen in de jaren negentig dat op de Wallen 16 criminele groepen actief zijn en dat de politie er weinig tot niets te vertellen heeft. In april 1996, enkele maanden na het verschijnen van het Van Traa-rapport, sluit de politie met hulp van de Mobiele Eenheid de Molensteeg, een steeg tussen de Zeedijk en de Oudezijds Achterburgwal, hermetisch af om elk pand in zijn geheel te doorzoeken. Die actie wordt nog eens herhaald in augustus 1996, maar levert opnieuw weinig op.

Voor de gemeente Amsterdam zijn de bevindingen van de commissie Van Traa aanleiding om een ‘wallenmanager’ aan te stellen die de veronderstelde problemen aanpakt. Dit wordt PvdA-er Freek Salm. Eind 1999 wordt Salm bedankt voor zijn diensten en wordt zijn werk voortgezet door het zogeheten ‘Van Traa-team’, dat vanuit het stadhuis opereert. Ondertussen wordt de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (kort gezegd: Wet Bibob) opgetuigd. De wet moet ervoor zorgen dat gemeenten vergunningen kunnen weigeren indien er een vermoeden is dat een vergunningaanvrager, of diens zakelijke relatie, zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten zonder dat sprake hoeft te zijn van een strafrechtelijke veroordeling. Ook dit is een erfenis van de commissie Van Traa, die in het onderzoek constateerde dat criminelen of criminele organisaties op de Wallen misbruik maken van vergunningen en subsidies. Met de Wet Bibob kan dit worden bestreden.

Een nieuw millennium
Als het nieuwe millennium aanbreekt is Jan Otten al enkele jaren eigenaar van Casa Rosso, de Bananenbar en het Erotisch Museum; drie prominente en gezichtsbepalende bedrijven op de Wallen die hij in 1997 had overgenomen van Charles Geerts, een grote vastgoed bezitter op de Wallen en tevens raamexploitant. In 2003 wordt de Wet Bibob officieel van kracht.

In 2004 en 2005 geeft de gemeente een ‘Wallenjournaal’ uit en noemt stadsdeelvoorzitter Els Iping (PvdA) het wallengebied daarin ‘een buurt om trots op de zijn’. Eind 2005 schrijft PvdA-wethouder Lodewijk Asscher in zijn boekje ‘Nieuw Amsterdam’ dat er van alles mis zou zijn op de Wallen. Wethouder Asscher beweert dat de raamprostitutie in Amsterdam in handen is van ‘een klein aantal criminelen’ en dat bij ‘een flink aantal vrouwen’ een achtergrond speelt van ‘gedwongen prostitutie’. ‘Hoe trots kunnen we dan precies op onze Wallen zijn?’ vroeg de wethouder zich in zijn boekje af, en stelt: Liever een toeristenattractie minder, dan medeplichtigheid aan misbruik van vrouwen.” Ook pleit Asscher voor het opkopen van vastgoed door de overheid.

Sinds 2006 wordt één keer per jaar een open dag georganiseerd op de Wallen. Bij de open dag van 31 maart 2007 stonden er voor het eerst mannelijke prostituees achter de ramen om tegen betaling seks te hebben met vrouwen. Op dezelfde dag is op het Oudekerksplein een bronzen standbeeld van kunstenares Els Rijerse onthuld als eerbetoon aan prostituees. Initiatiefneemster is Mariska Majoor, een ex-prostituee en werkzaam voor het Prostitutie Informatie Centrum in Amsterdam.

In 2006 zet de gemeente de Wet Bibob in tegen Charles Geerts, op dat moment de grootste raamexploitant op de Wallen. Geerts moet van de gemeente, vanwege een vermoeden dat hij in het verleden betrokken is geweest bij strafbare feiten, zijn raambordelen sluiten. Geerts verzet zich hier met succes tegen bij de rechter waarop de gemeente in 2007 besluit de prostitutiepanden van Geerts voor de vraagprijs van 25 miljoen euro te kopen.

Eind 2007 gaat Coalitieproject 1012 (Project 1012) van start. Hierin werken de gemeente en stadsdeel Centrum samen om de criminaliteit in het gebied te bestrijden. Met het project wil de gemeente tegelijkertijd een economische opwaardering realiseren van het postcodegebied 1012 waarin de Wallen zich bevinden. Bedrijven die de gemeente in eigen rapportages kwalificeert als ‘criminogeen’ en ‘economisch laagwaardig’ zullen worden teruggedrongen. De gemeente doelt hierbij onder meer op minisupermarkten, belwinkels, souvenirwinkels, massagesalons, raambordelen, coffeeshops, gokhallen, headshops, sekswinkels, seksautomatenhallen, sekstheaters en smartshops.

In januari 2008 krijgen Casa Rosso en de Bananenbar van de gemeente te horen dat zij de deuren op grond van de Wet Bibob moeten sluiten. Er volgt een demonstratieve optocht van boze wallenondernemers en bewoners naar de Dam en een vergeefse poging om een ondernemersplatform op te richten.

Als reactie op ‘Coalitieproject 1012’ presenteert de Amsterdamse Kamer van Koophandel eind 2008 haar visie op het 1012-gebied in het rapport ‘Etalage van Amsterdam’. In het rapport wordt aangedrongen de erotische sector te respecteren. De Kamer van Koophandel pleit ervoor het aantal raambordelen niet te halveren, zoals de gemeente van plan is, maar de Wallen haar sterke erotische karakter te laten behouden. Voor het opkopen van panden is wel begrip. Het eindbeeld van deze aanpak moet wat de Kamer van Koophandel betreft een reguliere marktwerking zijn waarin het bezit van onroerend goed door de overheid (of woningbouwcorporaties) wordt afgebouwd.

De gemeente legt de aanbevelingen van de Kamer van Koophandel naast zich neer en zet haar eigen koers voort. Nadat voor tientallen miljoenen euro’s prostitutiepanden zijn opgekocht gaat de gemeenteraad in 2009 akkoord met het aanduiden van de raamprostitutie als een criminele branche. In aansluiting daarop neemt het stadsbestuur in 2011 een besluit om raambordelen te laten verdwijnen uit de Sint Annenstraat en het Oudekerksplein en omgeving, met eventuele onteigening als ultiem middel om dit doel te bereiken. Pandeigenaren en raamexploitanten komen in verzet en starten een juridisch gevecht tegen de gemeente.

Eind 2009 komt voor Casa Rosso en de Bananenbar een einde aan alle onzekerheid als burgemeester Cohen besluit om, onder voorwaarden, toch vergunningen te verlenen aan de markante wallenbedrijven. Daarmee eindigt de Bibob-procedure voor eigenaar Jan Otten.

Minder gelukkig is Marcel Kaatee, eigenaar van twee speelautomatenhallen op de Wallen die tot 1996 nog deel uitmaakten van het Casa Rosso concern. Vrijwel gelijktijdig met Casa Rosso en de Bananenbar kreeg ook Kaatee in januari 2008 te horen dat hij zijn bedrijven op grond van de Wet Bibob diende te sluiten. Kaatee ging daartegen in beroep. In maart 2012 oordeelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven dat de gemeente de vergunningen van Kaatee terecht had geweigerd vanwege een in 2003 aan Kaatee verstrekte financiering door de later in opspraak geraakte vastgoedondernemer Jan-Dirk Paarlberg. De speelhallen werden een week na de uitspraak van het College van Beroep op last van de gemeente gesloten.

In juli 2012 richten een aantal bezorgde wallenondernemers Ondernemersvereniging Oudezijds Achterburgwal (OVOA) op. De ondernemersvereniging groeit gestaag met leden uit de in het gebied voorkomende branches zoals hotels, horeca, musea, erotisch entertainment, raamprostitutie, seksshops, speelautomaten, vastgoed, een bloemist, mode en andere branches.

In juli 2014 vindt de eerste editie plaats van Red Light Jazz, een meerdaags jaarlijks jazzfestival dat de jazztraditie in de oude binnenstad van Amsterdam doet herleven met jazzoptredens in verschillende locaties in en rondom het wallengebied. Het festival is een initiatief van OVOA.

In februari 2015 wordt Proud opgericht, een belangenvereniging van sekswerkers. Proud wist in korte tijd de beeldvorming over prostituees in positieve zin bij te stellen en is inmiddels een serieuze gesprekspartner van de gemeente en politieke partijen.

Op 16 december 2015 stemt de gemeenteraad in met een herijking van Project 1012. Besloten wordt dat Project 1012 tot 2018 zal worden voortgezet. Ten aanzien van de voorgenomen sluiting van het aantal ramen in het gebied heeft de gemeenteraad besloten dat van de oorspronkelijke 83 nog te sluiten ramen, er 46 open blijven. Daarnaast zullen 15 van de 83 ramen worden geopend ten behoeve van het gemeenteproject ‘Eigen Raam’, in de media ook wel aangeduid als ‘Gemeentebordeel’. Hierdoor komt het totaal aantal ramen dat van sluiting is gered op 61.